Tot voor kort was er opeens een tijd waarin we allemaal in ‘hetzelfde schuitje’ zaten. Oké, we mochten naar buiten voor een ‘ommetje’, een bezoek aan de supermarkt en dat soort dingen. Maar voor de rest was het advies vooral #blijfthuis en #blijfbinnen. Voor iedereen. Of je nou kerngezond, chronisch ziek of lichamelijk beperkt was: niemand had meer de vrijheid om te gaan en staan waar hij of zij wilde. Ik, en veel andere beperkte mensen, waren wel gewend om veel thuis te zijn. Voor ‘de gezonde medemens’ was deze levenswijze nieuw. Wat dat betreft konden ze wel wat van ons leren.
Nu wordt het anders
“Voor veel mensen is de samenleving weer open aan het gaan”, schreef Tamar Doorduin van Ziek. De podcast in een open brief aan een aantal politici. “Ze mogen weer naar de kapper, naar school, sporten en binnenkort zelfs weer op een terrasje zitten of naar de camping. Maar voor een andere groep Nederlanders blijft de samenleving op slot. Hen wordt aangeraden om binnen te blijven, geen bezoek te ontvangen, en zelfs niet naar buiten te gaan…. De eerste groep zijn de gezonde Nederlanders onder de zeventig. De tweede groep bestaat uit Nederlanders boven de zeventig en Nederlanders met een chronische ziekte of beperking waardoor ze meer risico lopen op een ernstig ziekteverloop bij covid-19.”
Het ‘oude normaal’ en het ‘nieuwe normaal’
Gezonde mensen gaan nu langzaam naar zoals het was. Mensen met een chronische ziekte of beperking blijven bij zoals het is. Of nog erger, kunnen nog minder. In het ‘oude normaal’ konden ze, of eigenlijk we, meedoen naar vermogen. Nu, in het nieuwe normaal, wordt er in de ‘exit-strategie’ geen rekening gehouden met chronisch zieke en beperkte mensen.
Teneur
Toen ik op 6 mei naar de persconferentie van Mark Rutte keek, was ik in eerste instantie enthousiast. Er was een teneur van blijdschap en hoop. Maar al snel las ik dit bericht op Facebook: Versoepelen van maatregelen betekent niet dat covid-19 voorbij is…. Het betekent dat er ruimte voor je is op de intensive care. Natuurlijk is dat zo! En toen dit tot me door drong, werd ik best verdrietig. Ik hoorde beperkte en chronisch zieke mensen die tot de ‘risicogroep’ behoren, zeggen dat ze pas weer mee kunnen doen als er een vaccin is.
Persoonlijke noot
Behoor jij tot de risicogroep Astrid? – is een vraag die ik de afgelopen maanden vaak krijg. En in het begin van de lockdown dacht ik dat ik tot de risicogroep behoorde met m’n ADCA. Maar inmiddels denk ik het niet meer als ik de website van het RIVM mag geloven. Wel blijven de beperkingen die ik heb vanwege mijn chronische ziekte. Over die beperkingen schreef ik eerder een blog. Heel weinig energie hebben en snel moe zijn beperkt me het meeste, en het verschil met gezonde mensen wordt nu weer duidelijker nu de samenleving weer langzaam open gaat. Omdat ik vaak hulpmiddelen op wielen gebruik (scootmobielfiets, rollator) en m’n evenwicht erg slecht is, kan ik niet op zo’n terras van twee verdiepingen. En zouden bioscopen en theaters zoals vroeger rekening houden met beperkte mensen nu ze weer een beetje open mogen? Ik heb er een hard hoofd in.
Ieder(in)
Het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte Ieder(in) maakt zich gelukkig hard voor ons chronisch zieke en beperkte mensen. Zij vindt, terecht vind ik, dat er bij de versoepelingen van de maatregelen onvoldoende rekening wordt gehouden met de wensen en behoeften van mensen voor wie zij zich inzetten. Om daar verbetering in aan te brengen, loopt er nu een onderzoek. Je kunt hier nog aan meedoen tot en met zondag 31 mei 2020. Ieder(in) gaat de uitkomst van het onderzoek gebruiken om de overheid te adviseren over aanpassing van het coronabeleid. Ik hoop echt dat deze adviezen net zo belangrijk worden gevonden als die van het ‘Outbreak Management Team’.
Wat vind jij nu van het versoepelen van de maatregelen?
Astrid, je slaat de spijker weer op zijn kop, helaas!
Dankjewel voor je compliment Barbara. Inderdaad, helaas… Lichtpuntje: ik zag dat vanaf morgen het ‘speciaal zorgvervoer’ weer gaat rijden. Daar hoort de Valys ook bij. Dat is weer een stapje in het ‘mee kunnen doen naar vermogen’.